De Bosgroepen en Staatsbosbeheer werken binnen LIFE Climate Forest samen aan veerkrachtige bossen door klimaatslim bosbeheer. Het project maakt de uitdagingen, dilemma’s, kansen en de beheermogelijkheden inzichtelijk. Deze inzichten helpen beheerders bij het maken van sturende keuzes. Van het selecteren en toevoegen van soorten zodat er meer variatie in het bos ontstaat, tot de keuze voor specifieke herkomsten. Ook de keuzes die bijdragen aan een succesvolle verjonging zijn van belang. En om in de praktijk te toetsen welke boomsoorten – onder welke omstandigheden – succesvol aangeplant kunnen worden, worden de jonge boompjes in de voorbeeldbossen (demosites) zorgvuldig gemonitord.

Onder begeleiding van bosecologen Etiënne Thomassen en Lisa Raats (Bosgroep Zuid Nederland) hebben Lena Lichtenberg en Sam Tuijtel de status van de jonge aanplant van het LIFE-project inmiddels al op drie demosites in kaart gebracht. De twee studenten volgen daarbij strikt vastgelegd monitoringsplan.

Etiënne Thomassen: “In de voorbeeldbossen van Hilvarenbeek, Alphen-Chaam en Volksabdij O.L.V. ter Duinen zijn twee seizoenen geleden een selectie boomsoorten aangeplant waarvan we verwachten dat ze het goed gaan doen en dat ze toekomstbestendig zijn. Die selectie is uitgebreid gecheckt en we planten ook alleen soorten van bekende herkomst om de betrouwbaarheid en herhaalbaarheid later te borgen. Het is belangrijk dat we zorgvuldig te werk gaan en dat geldt ook voor de monitoring. Binnen het LIFE-project gaat het daarbij echt om een proef in de praktijk die moet uitwijzen waar de aanplant van de geselecteerde soorten wel of geen uitkomst biedt.”

Voor de drie gebieden is dit in principe het tweede groeiseizoen en de bosexperts van Bosgroep Zuid Nederland monitoren ze jaarlijks. Dit is dus de tweede keer dat de aanplant op locatie bekeken wordt. De bosexperts en hun stagiairs kijken daarbij of de jonge bomen en struiken het goed doen én onder welke omstandigheden.