Boswachterij Gieten-Borger is begin 1900 aangeplant als heideontginningsbos. In de jaren ‘30 is een belangrijk deel van dit bos aangelegd op heide. In de jaren’50 en ‘60 zijn er nog delen aan toe gevoegd wat betreft bosaanleg. Door een zware storm in 1972 zijn grote delen van het bos omgewaaid, hierdoor is een deel van het bos herplant in de jaren 70/80. De bossen zijn aangelegd en beheerd met als doelstelling houtproductie, waarbij voor 1940 in principe gemengd bos is aangelegd. Vanaf de jaren ’50 werden er vooral monoculturen aangelegd. Ook de herbebossing na 1972 bestaan grotendeels uit monoculturen. De laatste 25 jaar is er gestuurd op menging en is herbebossing gemengd van opzet.

Tegenwoordig wordt het bos beheerd als multifunctioneel bos. Dit betekent dat meerdere functies naast elkaar centraal staan, namelijk: natuur, recreatie en houtoogst. Ook cultuurhistorie speelt een belangrijke rol in de boswachterij, in de vorm van keienwegen, grafheuvels en hunebedden. Midden in de boswachterij ligt het Buitencentrum Boomkroonpad, waar je kunt lopen door de kronen van het bos en in het Buitencentrum wordt verteld over het bos en het bosbeheer.

Vlakbij Buitencentrum Boomkroonpad is ruim 50 hectare van boswachterij Gieten-Borger voor het project LIFE Climate Forest aangewezen als demonstratiesite. Dit betekent dat hier kennisuitwisseling tussen beheerders en experts plaatsvindt. Deze demosite is tevens als bosarboretum aangewezen, waarbij interessante boomsoorten in de groei, ontwikkeling en andere factoren worden gevolgd en vergeleken. Geheel gericht op klimaatslim bosbeheer.

De demosite bestaat voor het grootste deel uit de hoofdboomsoort Japanse lariks (Larix kaempferi), waarna douglas (Pseudotsuga menziesii), fijnspar (Picea abies) en beuk (Fagus sylvatica) volgen. Verder bestaat ca 6% van de oppervlakte uit verjongingsvlakken. Die verjongingsvlakken zijn door fijnsparsterven en gerichte verjongingskap ontstaan, met name in 2015.

• O.b.v. de hoogtekaart zijn de bestaande dunningspaden teruggezocht en in kaart gebracht. Voor deze demosite was de ambitie om de dunningspaden zoveel mogelijk op 30-40m afstand te leggen, om onnodige bodemcompactie te voorkomen. Hierdoor zijn verschillende oude dunningspaden afgevallen en was het soms nodig om nieuwe paden aan te wijzen. De nieuwe dunningspaden zijn met GPS vastgelegd.
• We hebben een netwerk van Oude, Aftakelende en Dode bomen (OAD) vastgesteld door het aanwijzen van natuureilanden en habitatbomen. Deze natuureilanden en habitatbomen worden ontzien tijdens bosbeheerwerkzaamheden.
• Er is geblest met de methodiek van het Bostracken. Hierbij zijn alle toekomstbomen, optiebomen, belevingsbomen en kwaliteitsbomen (QD) aangewezen, zowel in de eerste als in de tweede boomlaag. Dit is daarbij direct middels GPS vastgelegd, waarbij eventuele maatregelen als opsnoeien ook zijn vermeld. Vervolgens zijn de te vellen bomen gemarkeerd voor het vrijstellen van de toekomstbomen en zijn de te oogsten doeldiameters gemarkeerd.
• In het veld is bepaald wat de kansrijke plekken zijn voor herplant. Dit kan in de vorm van kloempen of groepsgewijs.
• In de winter van 2024-2025 vindt houtoogst plaats aan de hand van gemarkeerde te vellen bomen.
• In het voorjaar van 2025 worden de overige maatregelen uitgevoerd, zoals het opsnoeien van (potentiële) kwaliteitsbomen, het zuiveren van verjonging en het herplanten van nieuwe bomen.

Bij het herplanten van nieuwe bomen wordt een aandeel aan bekende boomsoorten herplant, maar zal de nadruk vooral liggen op het introduceren van nieuwe en minder bekende boomsoorten. Deze boomsoorten zijn goed onderzocht en zouden met de huidige klimaatverandering goed moeten kunnen gedijen in het bos. Ook dragen veel van deze soorten bij aan het verbeteren van de strooiselvertering en daarmee het tegengaan van de verzuring. En een aantal van deze soorten draagt bij aan de houtproductie functie, die erg belangrijk is in boswachterij Gieten-Borger.